Johannes (Jans) Wesselink wordt geboren in Nieuw Beerta op 7 mei 1912, waar hij op 3-jarige leeftijd zijn vader verliest. Na twee jaar hertrouwt zijn moeder en de kinderen krijgen een stiefvader. Voor de kinderen is hij geen goede vader. De oudste broers blijven bij tante Willemtje en oom Geert in Nieuwe Schans wonen. De familie verhuist vervolgens naar Meerland. Jans maakt in zijn jeugd bittere tijden mee. Vaak gaat hij zonder eten naar bed of krijgt hij slechts een koolraap. Soms zijn er mensen die ze wat extra te eten toestoppen als de honger groot is. Als de kinderen tien jaar oud zijn, moeten ze geld verdienen. Jans gaat dan met zijn oudere broer op stap met elk 144 wasknijpers en pas als ze die verkocht hebben, mogen ze thuis komen. Vaak vraagt Jans zich af waarom de een bedelend door het leven moet, terwijl er zoveel mensen zijn die het goed hebben. Tussen 1922 en 1939 wordt er veel armoede geleden. Na schooltijd gaat Jans bij de buren langs om schillen te halen. Daarvoor krijgt hij dan een boterham met spek.

 

Turf steken was zwaar werk.

Op 11-jarige leeftijd gaat Jans vaak naar Willem en Stientje Smit in het Meerland om turf te steken ente drogen. Ook maait hij er gras voor de koeien en als dank krijgt hij daarvoor te eten. Bij Geert Smit, de vader van Willem, wordt hij in huis genomen, waar hij behandeld wordt als een eigen kind. Jans wordt er erg christelijk opgevoed, want het zijn Gereformeerde mensen. Jans leert erg veel bij de familie Smit. 's Zondags gaat hij met het gezin naar de kerk in Midwolda en leest Jans 's avonds voor het eten uit de Bijbel. Ook gaat hij naar de catechisatie. Jans vertelt altijd: "Daar ben ik niet dommer van geworden". Voor hem is dit het nieuwe leven.

 


De dorsmachiene van Luit uit Eenrum.

Foto links: Een oude dorsmachine. Dit exemplaar is van Luit uit Eenrum.

Jans heeft ook nog op de dorsmachine gewerkt als waterdrager. Daar krijgt hij zijn eerste loon, dat hij doorgeeft aan moeke Antje Smit, die het voor hem in bewaring neemt en die daarvoor nieuwe kleren voor hem koopt. In 1931 werkt Jans bij boer Wouwen in Ekamp, die Jans vertelt dat hij nog een broer Pieter heeft die in Delfzijl woont. Niet lang daarna stapt Jans op de fiets en gaat hij naar Delfzijl om te zoeken. Daar aangekomen komt hij de plaatselijke postbode tegen die hij vraagt of hij misschien een Pieter Wesselink weet te wonen. Zo komt Jans terecht in de Landstraat, waar hij zijn broer Pieter ontmoet die bij de spoorwegen werkt. Hoewel de twee elkaar niet kennen, ontstaat er een hechte band. Jans is ook jarenlang bakkersknecht geweest bij verschillende bakkers.



De woning rechts is het pand van de voormalige bakkerij Poepjes, waar op 28 mei 1986 Poepjes 100 jaar is geworden.
Foto boven: De woning rechts is het pand van bakkerij Poepjes in Ekamp, waar Poepjes op 28 mei 1986 100 jaar oud is geworden. (Foto: Piet Remeijer).

Zo wordt hij op een gegeven ogenblik ook werkzaam bij bakker Poepjes in Ekamp als broodbezorger, wat hem als bijnaam 'Poepera' meegeeft voor de rest van zijn leven. In die tijd verdient Jans geld bij, door samen met een vriend tijdens de kermis op fietsen te passen bij café Hut. Ze krijgen twee cent per fiets. Dat lijkt niet veel, maar soms hebben ze wel tweehonderd fietsen onder hun hoede. Eens op een zondag komen daar twee meiden met hun fiets aan de hand uit de Reiderwolderpolder. Een van de twee vrouwen is Fine de Vries (een zus van mijn moeder) en vanaf dat moment zijn ze altijd samen gebleven en op 30 juli 1937 trouwen ze in het gemeentehuis van Finsterwolde. Uit het huwelijk worden twee zoons en twee dochters geboren. Het gezin heeft in het begin weinig geld en de meubels die ze kopen bij Ueko moeten ze met f2,50 per week afbetalen, wat in die tijd veel geld is geweest. Het beddengoed komt van Meier uit Oostwold. Ondanks de moeilijke tijden slagen ze erin alles op een rijtje te krijgen.

Hendrikus Colijn.

In de tijd van Colijn (1869-1944) moeten ze echter erg voorzichtig zijn om rondte komen en ze nemen daarom een oude man in huis als kostganger,wa took weer een paar extra centen oplevert. Dan komt van 1940 tot 1945 de oorlog. Jans moet naar Duitsland om daar te werken, maar daar heeft hij geen kaas van gegeten. Zijn dochter Gekie herinnert zich nog goed dat haar vader naakt in de kelder gaat liggen te roken in de hoop ziek te worden. Als hij wel werkt in Duitsland wordt hij daar te werk gesteld bij Everts in de molen in Bunde, zodat er in het gezin aan meel geen gebrek is.

 

Na de oorlog gaat Jans met oom Jan Groenbroek uit Scheemda die getrouwd is met een zuster van zijn vrouw op stap naar het Hoogeland om daar werk te zoeken. Het transport bestaat uit een oude Canadese legertruc.

 

Het is inmiddels 1951 geworden als Jans met een paar andere mannen gaat werken in de landbouw. De drainage van de landerijen spreekt hem erg aan. In dezelfde tijd werkt hij ook als ober in de avonduren bij de plaatselijke hotels. In de nog vrije uurtjes zijn Jans en Fine lid van de toneelvereniging, waar ze beiden een rol spelen. In dezelfde periode gaat Jans met Hendrik van der Laan op de fiets naar de Wieringermeerpolder en naar Poppingawier in Friesland, om er te hooien. Ze zijn dan meerdere weken van huis.

 

Jans is echter steevast van mening dat hij beter een kleine baas kan zijn, dat een grote knecht en zo gebeurt het op een goede dag dan hij koppelbaas wordt. Veel mensen gunnen het Jans niet en hij wordt daarom een duizendpoot genoemd.

 

Jans brengt zelf de loonzakjes rond naar de vrouwen, zodat het geld in het café terecht komt, zoals dat in die tijd nogal veel voorkomt.Dan wordt hij aangenomen door de Grondmij als werkbaas voor het aanleggen van drainage.

 

DKW 125 CC.

Als vervoermiddelgebruikt Jans een motor, een DKW met een 125cc motor. Hij heeft al 100.000 km op te teller staan als hij toch maar eens een aanvraag doet voor een rijbewijs… Op een goede dag komt hij in Emmeloord in contact met iemand van de domeinen en heeft hij het geluk dat hem veel werk wordt aangeboden.

 

Ook de watersnoodramp van Zeeland in 1953 brengt veel geld in het laatje omdat alles daar opnieuw gedraineerd moet worden. Vervolgens ontmoet Jans bonenkoning Heerema. Eerst worden de bonen met de hand geplukt, maar later gebeurt dat machinaal van ´smorgens vroeg tot 'savonds laat. In Cut, Hakte en Völlen (Duitsland) worden ook goede zaken gedaan bij het aanleggen van nieuwe buizen in de kassen en ook in de

Johannes Kerhoven Polder

Johannes Kerkhoven Polder wordt voor Jans een goede opdrachtgever. Het wordt 1960 als er hoge druk pompen door Jans worden aangeschaft bij de firma Boudewijn uit Geldermalsum. De broers Arie en Roelie werken nu ook in het bedrijf mee, net als de echtgenoot van dochter Gekie, Neef Adam. Er worden werken aangenomen van de Heidemij en de Grontmij en in de jaren zeventig is er ook werkvolk bij Smid-Hollander in Hoogkerk. In 1977 wordt Jans 65 jaar als Jans besluit er mee te stoppen. Het bedrijf wordt overgedragen aan zijn beide zoons Arie en Roelie.

Drie jaar later voelt Jans plotseling een knobbeltje in zijn been. Het blijkt een kwaadaardig gezwel te zijn. Hij wordt geopereerd door dr. Leyen. De chirurg neemt in overweging om het been te amputeren, maar Jans heeft een engeltje op zijn schouder zitten en alles loopt goed af. Jans en Fine verlaten de woning aan de Veenweg om daar plaats te maken voor zoon Arie en schoondochter Sinie. Ze verhuizen zelf naar de Bovenlandenstraat, maar daar vertrekken ze al weer snel omdat Jans niet zo goed meer trappen kan lopen. Ze komen dan in de Julianastraat terecht, waar beneden alles is aangepast voor Jans' handicap. Na enkele jaren vertrekken ze allebei naar het bejaardenhuis 'De Tjamme' in Beerta.


De Tjamme in Beerta.
De Tjamme in Beerta. Foto: © Harm Hillinga.

Dan overlijdt zijn vrouw Fine de Vries aan een hartinfarct en Jans moet zich alleen zien te redden. Al snel komt hij terecht in de verzorging. De laatste jaren zijn zowel voor hem als voor de kinderen erg moeilijk en Jans komt onder behandeling van Lentis (v.h. GGZ). Het hele leven van Jans staat in het teken van gebrokenheid, wat diepe sporen heeft achtergelaten in zijn eigen, maar ook in het leven van zijn kinderen. Dit heeft vaak het gevoel gegeven van verwarring en van verdriet. Desondanks zijn er zaken in zijn leven geweest, waar men dankbaar voor moet zijn en hebben zijn kinderen hem nooit in de steek gelaten.

 

Op donderdagmiddag 10 april 2008 slaapt Jans na een ziekbed van drie weken voorgoed zijn laatste slaap als de torenklok vlakbij vier uur heeft geslagen en de kinderen door de ramen van de Tjamme naar buiten kijken: "Het is goed zo". Johannes Wesselink wordt gecremeerd in het crematorium van Winschoten met de gedachten: "De wereld werd steeds kleiner, beelden gingen vervagen. Je verlegde je grenzen en gedachten vulden je dagen". Jans bereikt de respectabele leeftijd van 95 jaar.

Bron tekst: Gekie Adam - Wesselink
Bewerking voor NZD: Harm Hillinga
Aanvullingen en correcties worden op prijs gesteld.

 

Deze pagina maakt deel uit van www.nazatendevries.nl.
Aan bovenstaande tekst is de uiterste zorgvuldigheid besteed. Desondanks kunnen er best fouten voorkomen.
Constateer je fouten en/of heb je vragen, correcties, aanvullingen...geef die dan aan mij door via mijn E-mail adres.
Laat ook eens een bericht achter in het Gastenboek.

Hoogeveen, 26 juni 2009.

Revisie: 12-05-2018
Update: 20-08-2020
Samenstelling: © Harm Hillinga

Menu Artikelen.
Klik hier om naar de HOMEPAGE te gaan.
Top